De snelheid waarmee de politie aangiften in behandeling neemt die kans bieden op een goede oplossing van de zaak is op het platteland groter dan in de grote steden of in verstedelijkt gebied. Dat constateert de Algemene Rekenkamer in een onderzoek naar aangiften, onder meer in Noordoostpolder, Urk en Dronten.
Op het platteland werd bijna 75 procent van de aangiften met een grotere kans op opsporing binnen tien dagen in behandeling genomen. In verstedelijkt gebied ligt dat iets lager, maar in de grote steden is dat slechts 62,5 procent. Of het sneller in behandeling nemen van een aangifte ook leidt tot het sneller oplossen van een zaak, is niet bekend.
Aanleiding tot onderzoek waren uitspraken in het rapport over de Nationale Politie van juni 2017. Commissarissen van de koning stelden daarin “het politieloze platteland is een luilekkerland voor criminelen”.
De Flevolandse commissaris van de koning Leen Verbeek was één van de klagers. In een interview op Radio 1 dinsdagochtend liet Verbeek zich kritisch uit over het onderzoek van de Algemene Rekenkamer. “De bureaucratie is onderzocht, maar ons ging het om de feitelijke politie op het platteland.”
Volgens Verbeek ligt de oplossing in de aanpak van burgemeesters. Die moeten een sterkere rol krijgen, bijvoorbeeld als het gaat om de verdeling van capaciteit en prioriteitstelling.
