De Nederlandse politie experimenteert met de mogelijkheden van augmented reality. Onder andere de HoloLens van Microsoft wordt gebruikt bij testen. Agenten moeten de techniek in de toekomst inzetten om op afstand mee te kijken en aantekeningen te maken.
De politie noemt tegen het AD als voordeel van het gebruik van augmented reality de mogelijkheid om tekens en teksten bij objecten of plekken van de plaats delict te plaatsen. Onder andere bij forensisch onderzoek zou dit behulpzaam zijn. Door live mee te kijken bij onderzoeken, kunnen onderzoekers op afstand aangeven waar monsters van genomen moeten worden.
Bij het project werken de politie, het Nederlands Forensisch Instituut, de brandweer, de TU Delft en de Rotterdamse ontwikkelaar Twnkls samen. In eerste instantie werken agenten bij de test met twee smartphones. Een smartphonecamera op de schouder van een agent maakt videobeelden, via de tweede smartphone op zijn pols,kan hij of zij informatie vastleggen en mogelijk belangrijke objecten omcirkelen.
De politie experimenteert ook al met de HoloLens. In de toekomst kunnen motoragenten hiermee bijvoorbeeld pijlen op de weg zien, die aangeven waar ze moeten zijn. Daarnaast zouden wijkagenten ermee kunnen zien bij welke woning een 112-melding is gedaan.
Hoofdinspecteur Rob Kouwenhoven noemt andere voordelen: “Rechercheurs, agenten, rechter, advocaten hoeven geen boekwerken meer door te nemen, je ziet de situatie meteen. Alle puzzelstukjes worden verzameld in 3d. Waar we voor reconstructies nu nog hele misdrijven naspelen op de plaats delict, waar iedereen naartoe moet komen, kan de rechter dat straks door een bril zien. Dat is een enorme tijdwinst omdat het zaken vooral veel sneller duidelijk maakt.
