HENGELO – Binnen nu en drie jaar verdwijnt de meldkamer aan de Demmersweg in Hengelo. Centralisten van de Twentse politie, brandweer en ambulancediensten nemen daarna hun intrek in een nieuw te bouwen meldkamer in Apeldoorn. Van daaruit moeten hulpvragen uit heel Overijssel en Gelderland worden verwerkt.
De verplaatsing is een gevolg van landelijk beleid. Besloten is dat er tien grote meldkamers in Nederland overblijven. Nu zijn er dat er nog 21. Door het aantal te verkleinen en de meldkamers groter te maken moeten burgers beter worden geholpen en grote incidenten adequater beantwoord. Ook moet de samenvoeging een financiële besparing opleveren.
Burgers gaan volgens de hulpdiensten weinig tot niets merken van de verplaatsing: er blijft sprake van een telefoonsysteem waarmee 112-bellers via een kort vraaggesprek bij de juiste dienst komen.
Vooruitstrevend
De sluiting van de meldkamer in Hengelo wordt het einde van een van de meest vooruitstrevende meldkamers van Nederland. Door ervaringen rond de vuurwerkramp was de meldkamer aan de Demmersweg een van de eerste regionale meldkamers met de drie hulpdiensten op dezelfde werkvloer. Op die manier moest de coördinatie bij grote incidenten beter verlopen. Op de nieuwe locatie wordt dezelfde werkwijze gehanteerd.
Dat de centralisten vanuit Apeldoorn minder weten over de regio Twente, waardoor hulpverlening vertraging kan oplopen, bestrijdt Jan Aandewiel, sectorhoofd van de politie Oost-Nederland. „Hetzelfde werd gezegd toen we van gemeentemeldkamers naar een regionale gingen. Maar ook dat verliep goed.”
Drones
Andewiel is enthousiast over de verplaatsing. „De meldkamer in Hengelo functioneert goed, maar we zijn kwetsbaar bij grote incidenten. Omdat het een meldkamer is met relatief weinig mensen en apparatuur.”
Door nieuwe technieken krijgt de toekomstige meldkamer voor de politie ook een ander karakter. „We gaan meer sturend werken, omdat we meer informatie tot ons krijgen. Bijvoorbeeld van bewakingscamera’s of drones. Zo kunnen we collega’s ter plaatse beter begeleiden.”
Brandweer
Plaatsvervangend brandweercommandant Ron de Wit is ook enthousiast. „Met moderne technieken kunnen we straks beter helpen. Het wordt professioneler.” Wel bezorgt de verplaatsing de brandweer extra werk. De brandweer wordt, anders dan de landelijk georganiseerde politie, regionaal aangestuurd. En elke regio heeft zijn eigen uitrukprocedure en communicatiewijze. „Vanuit Apeldoorn worden straks meerdere regio’s aangestuurd, dus zullen we procedures gelijk moeten trekken.”
Ambulance
De ambulancedienst is de enige hulpdienst die terughoudend is over de verhuizing. „Veel burgers en politici denken dat wij veel met politie en brandweer samenwerken, maar in de praktijk gaat het maar om 5 procent van onze ritten”, zegt Piet Huizinga, directeur van Ambulance Oost. „Voor die gevallen, en grote incidenten, is het voor ons goed om in Apeldoorn te zitten. Maar voor de overige 95 procent is het beter om ook in Twente te zijn.”
Ambulance Oost werkt daarom aan een plan om naast de meldkamer in Apeldoorn ook een Twentse plek te houden. Daar moeten ook huisartsenposten, ziekenhuizen en thuiszorgorganisaties aansluiten. “Ons werk grenst vaker aan deze organisaties dan aan politie en de brandweer. Denk aan iemand die van de fiets valt. In een Twents zorgcoördinatiecentrum moet de centralist zorgen dat de hulpvraag bij de juiste partij terechtkomt, zodat wij bijvoorbeeld geen werk meer doen dat eigenlijk bij een huisarts thuishoort.”
