ENSCHEDE – Drones die bij gevaar volledig automatisch opstijgen en de hulpdiensten direct van cruciale informatie voorzien. Dat lijkt sciencefiction, maar in pakweg twee jaar is dat vermoedelijk realiteit.
Vrijdag hebben de Veiligheidsregio Twente en Space53 met onder meer de politie, brandweer, Ambulance Oost en beveiligingsbedrijven een pact gesloten om automatische drones te laten waken over Twente. En uiteindelijk ook elders.
Wetgeving
Projectleider Peter Hammecher: “We hebben de kennis, de techniek en in Twente ook de ruimte om dit te gaan testen. Het is niet de vraag of het kan. De vraag is hoe snel de wetgeving het toestaat. Want tot nu toe verbiedt de wet het vliegen met automatische, volledig zelfsturende drones.”
Hij put moed uit het feit dat het project financieel wordt gesteund door het ministerie van Veiligheid en Justitie. Hammecher denkt volgend jaar de eerste testen uit te kunnen voeren. “Binnen twee jaar kan het systeem operationeel zijn.”
Signaleren
Het komt erop neer dat in een te beveiligen gebied slimme veiligheidssensoren allerlei verdachte bewegingen signaleren en direct de drone in werking zetten. Die begint dan meteen met het verzamelen van informatie voor de meldkamers.
Een voorbeeld is de beveiliging van een bedrijventerrein, zoals De Marssteden in Enschede, zegt Hammecher. “Daar hangen al heel veel camera’s en alarmsystemen. In veel gevallen gaat RJ Safety & Security poolshoogte nemen en dat kost pakweg 20 minuten. Een drone is er in een minuut.”
Groter
Maar voor de toepassing van het systeem moet uiteindelijk veel groter worden gedacht. “Neem de Biesbosch. Daar wordt vaak drugsafval gedumpt. Zo’n groot gebied kun je niet controleren. Maar als slimme sensoren in de nacht afwijkende bewegingen kunnen signaleren en daar een drone op afsturen, wordt het een ander verhaal. Of stel dat er een aardbeving komt in Groningen van 5.2 op de schaal van Richter. Dan moet je rekening houden met vernielde wegen, overstromingen, kapotte rails. Een drone kan de hulpdiensten direct een goed beeld geven van de ramp.”
