Brandweer Noord- en Oost-Gelderland en Reddingsbrigade Apeldoorn formeren samen een regionale reddingsgroep. Met de reddingsgroepen van 21 andere veiligheidsregio’s vormt die een landelijk opschaalbare reddingsvloot; de Nationale Reddingsvloot. Directeur Aart Schoenmaker van Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland (VNOG) en directeur Koen Breedveld van Reddingsbrigade Nederland ondertekenen zaterdag 9 juni de overeenkomst hiervoor.
De Nationale Reddingsvloot is niet nieuw; voorheen bestond deze uit 90 varende eenheden van Reddingsbrigade Nederland, gefinancierd door het toenmalige ministerie van Veiligheid en Justitie. Per 1 januari 2018 zijn de veiligheidsregio’s verantwoordelijk voor het inrichten en in stand houden van een landelijk opschaalbare reddingsvloot.
Overstromingsrisico
Nederland is ingedeeld in 25 veiligheidsregio’s; 22 met een overstromingsrisico maakten afspraken over continuering van de Nationale Reddingsvloot. Elke veiligheidsregio levert een regionale reddingsgroep van vier vaartuigen. Dit leidt tot 88 varende eenheden.
Elke veiligheidsregio bepaalt zelf hoe zij haar reddingsgroep formeert. Dit kan in samenwerking met een of meer lokale reddingsbrigades, maar ook vanuit eigen brandweermateriaal en -mensen, of een combinatie daarvan. Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland koos ervoor om in samenwerking met Reddingsbrigade Apeldoorn haar reddingsgroep te formeren. De aanwezige kennis, kunde en middelen worden ingezet bij een grote watercalamiteit of overstroming.
Voor centrale ondersteuning is de Landelijke Voorziening Reddingsvloot (LVRV) in het leven geroepen. Opdat de reddingsgroepen van de Nationale Reddingsvloot in groter verband met elkaar kunnen oefenen en 24/7 kunnen worden ingezet. Deze voorziening faciliteert de veiligheidsregio’s en is belegd bij Reddingsbrigade Nederland.