Lange tijd waren Amerikaanse militairen gestationeerd op vliegbasis Soesterberg. Tegenwoordig is het een natuurgebied, maar een deel is nog steeds in gebruik door Defensie. Die experimenteert daar nu met een militair kamp van de toekomst.
Op deze zogenoemde ‘smartbase’ met hightech-snufjes die in een James Bond-film niet zouden misstaan, wordt geëxperimenteerd met nieuwe technieken die Nederlandse militairen op missie onafhankelijk maken van lokale partijen en die ook nog eens veiliger en duurzamer zijn.
Opblaasbare tenten
Zo hoeven voertuigen die het kamp binnenkomen niet meer door militairen te worden gecontroleerd. Daar is nu technologie voor die tot op moleculair niveau kan aangeven of er wapens of explosieven aanwezig zijn.
De militairen bivakkeren er in opblaasbare tenten die toch scherf- en kogelwerend zijn en stroom wordt opgewekt met een vlieger. Daarmee bespaart Defensie op jaarbasis ongeveer 150.000 liter diesel.
De aanvoer van schoon drinkwater is op veel plaatsen een probleem, zoals tijdens de missies in Afghanistan en Mali. “Om het water op locatie te krijgen, moeten mensen dat met vrachtwagens aanvoeren”, vertelt ondernemer Dick Lek. “En dan rijden ze in een colonne en die colonnes worden overvallen, waarbij slachtoffers vallen. Dat klinkt heel cru en macaber, maar zo gebeurt het wel. Dat weet je als burger helemaal niet.”
Direct verdampt
Twee ondernemers dachten een manier te hebben gevonden om water uit droge woestijnlucht te destilleren. Ze gingen met Defensie mee naar Mali om het apparaat te testen, maar daar bleek dat het water dat werd gewonnen direct verdampte.
Ze bouwden een nieuw apparaat dat per dag zo’n 40 tot 50 liter water kan produceren. En dat wordt nu in Soesterberg getest. “Het is een heel bescheiden, compact apparaatje dat je zo de woestijn mee in kunt nemen”, zegt ondernemer Ap Verheggen.
Defensie experimenteert nog even door en hoopt dat het kamp van de toekomst bij komende missies al mee kan worden genomen.